MENU

Leerlingen en arbowet

De Arbowet is niet van toepassing op leerlingen. Maar! wel als leerlingen handelingen doen die vergelijkbaar zijn met de beroepspraktijk; in Arbowet art.2 b (en het Arbobesluit art. 1.10) staat: “Verrichtingen van leerlingen en studenten in onderwijsinrichtingen of gedeelten daarvan, open ruimten daaronder begrepen, die vergelijkbaar zijn met arbeid in de beroepspraktijk”.
Dit brengt met zich mee dat er voor die verrichtingen een goede arbeidsplaats moet zijn, goede arbeids- en beschermingsmiddelen en dat voorlichting en onderricht moet worden gegeven met betrekking tot veiligheid en gezondheid.

Leerlingen hebben zich natuurlijk wel te houden aan het schoolreglement, leerlingenstatuut en/ of practicumprotocollen (o.a. het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen, het opvolgen van instructies). Tijdens de natuurwetenschappelijke lessen worden bij aanvang van elk practicum (veiligheids)instructies gegeven. Leraren, TOA’s en leerlingen moeten dus in voldoende mate de Nederlandse taal beheersen. Ook is de leraar of TOA verplicht de instructie in duidelijke, eenduidige en voor iedereen begrijpelijke taal te geven.

Afspraken die met leerlingen in ieder geval gemaakt moeten worden, zijn:

  1. Leerlingen zijn verplicht zich te houden aan de veiligheidsregels. Zo geldt bijvoorbeeld voor practica bij scheikunde dat het dragen van een beschermbril en een laboratoriumjas verplicht is. Eventuele hoofddoekjes moeten gemaakt zijn van brandwerend materiaal (100% katoen of van zuiver wol).
  2. Leerlingen worden geacht melding te maken van onveilige situaties bij persoon x (dat kan de docent, TOA/instructeur, afdelingsleider, de arbofunctionaris of iemand van de arbocommissie zijn.
  3. Leerlingen zijn verplicht op een verantwoorde manier te werken. Volgens het burgerlijk wetboek (boek 6, titel 3, afdeling 1, artikel 166) zijn leerlingen, die hun collega’s aanmoedigen tot risicovol handelen, mede hoofdelijk civielrechtelijk aansprakelijk voor eventuele schade, die uit de handeling voortvloeit. Dit geldt bijvoorbeeld voor het niet uitvoeren van experimenten volgens de voorschriften of het uitvoeren van niet goedgekeurde experimenten.