In de opslag
Gevaarlijke stoffen worden in speciale kasten opgeslagen en naar risico gescheiden (bijvoorbeeld zuren en logen gescheiden).
Minimumeisen
- Voorraden gevaarlijke stoffen of gevaarlijk afval tot 1000 kg mogen worden opgeslagen in een daarvoor geschikte losse kast of bouwkundige kast. Bij opslaghoeveelheden boven de 1000 kg/liter dient een andere opslagwijze gekozen te worden. Zie hiervoor PGS 15.
- Chemicaliën voor lesdoeleinden en schoonmaakmiddelen worden gescheiden van elkaar in verschillende kasten opgeslagen.
- Van de opgeslagen voorraad is een register aanwezig met daarin vermeld de soorten en hoeveelheden gevaarlijke stoffen.
- In de kast(en) worden gevaarlijke stoffen naar risico gescheiden: algemeen geldt: brandbare stoffen apart, giftige stoffen apart, oxiderende stoffen apart, corrosieve stoffen apart, zuren en logen.
- Elke kast is voorzien van gescheiden opvangmogelijkheden (lek/omvangbakken) voor de verschillende opgeslagen vloeistoffen. De opvangcapaciteit bedraagt tenminste 110% van de grootste verpakking en tenminste 10 % van de gezamenlijke inhoud van de verpakkingen.
- De kasten en de ruimte zijn voorzien van adequate afzuiging.
- Gemorste stoffen (ook in lekbakken) moeten worden opgenomen met absorptiemateriaal ('garagekorrels') en worden verwijderd conform de regels van afvoer van afval van gevaarlijke stoffen.
- Binnen 2 meter van de kast komt geen open vuur (zoals lassen, bunsenbranders, solderen met vlam, gaspitten en roken) voor. Dit moet met een pictogram zijn aangegeven op de kast(en).
- Er moet tenminste één geschikt blustoestel aanwezig zijn met een vulling van tenminste 6 kg/liter.
- Alleen bevoegden hebben toegang tot de kasten; leerlingen hebben geen toegang tot de kasten.
- Verpakkingen worden alleen gestapeld als zij daarvoor geschikt zijn en regelmatig gecontroleerd worden op lekkage.
- In de kast wordt niet overgeschonken. Dit gebeurt op een aparte plek, voorzien van afzuiging. (bv. zuurkast).
- De kast wordt regelmatig gecontroleerd.
- Een losse kast moet bij aanschaf voldoen aan NEN-EN-14470-1. Dit moet op een productcertificaat staan. Dit certificaat moet bewaard worden.
- Kasten met een opslagmogelijkheid van meer dan 250 kg of liter mogen niet op een verdieping van een gebouw zijn gesitueerd.
- De kast mag niet in een vluchtroute zijn gelegen en mag het vluchten niet belemmeren.
- Een bouwkundige kast bestaat uit onbrandbaar materiaal voor de vloeren, wanden en de afdekking en heeft een brandwerendheid van minimaal 60 minuten. De ventilatieopeningen zijn voorzien van vlamkerende roosters.
- De vloer en de wanden van de kast vormen een vloeistofdichte bak.
- De kast wordt geventileerd op de buitenlucht door ventilatieopeningen die diametraal geplaatst zijn.
- Ventilatieopeningen dienen te allen tijde vrijgehouden te worden.
- Aan de buitenzijde, nabij de toegangsdeuren van de kast, moeten goed zichtbare waarschuwingsborden worden aangebracht, welke het gevaar van de opgeslagen stoffen aanduiden
Bronnen:
- Arbobesluit hoofdstuk 4
- Publicatie Gevaarlijke Stoffen (PGS) nummer 15
- NEN-EN 14470-1 "Fire safety storage cabinets - Part 1: Safety storage cabinets for flammable liquids".
Wensen en tips
- Bij onduidelijkheden of onvoldoende inzicht in de inschatting van de blootstelling kan een deskundige geraadpleegd worden bijv. een arbeidshygiënist die de situatie beoordeelt door een kwalitatief onderzoek (visueel) of kwantitatief onderzoek (metingen).
- Voer periodiek een controle uit en verwijder hierbij alle langere tijd niet gebruikte stoffen en oude voorraden op verantwoorde wijze.
- Brandveiligheidsopslagkasten die aangeschaft zijn voor de datum 01-01-2006 voldoen aan NEN 2678.
- Kijk voor meer informatie over gevaarlijke stoffen op de website van PGS beheerorganisatie met een overzicht van voorschriften, eisen, criteria en voorwaarden. In de publicatiereeks wordt zoveel mogelijk op integrale wijze aandacht besteed aan arbeidsveiligheid, milieuveiligheid, de transportveiligheid en de brandveiligheid.
- Tracht door goed voorraadbeheer de hoeveelheden van de chemicaliën tot een minimum te beperken. Geeft naast verminderd risico ook kostenbesparing, zowel t.a.v. inkoop als opslag.
Het is niet verstandig om grote hoeveelheden van bepaalde stoffen in school te hebben. Bij het overstappen op microschaalexperimenten zal 1 liter van een oplossing al heel veel zijn. Glazen (voorraad)flessen mogen geen grotere inhoud hebben dan 5 liter (CPR15-1); de maximale inhoud van flessen bestemd voor direct gebruik, bijvoorbeeld op een labtafel, is 2 liter.
Bepaalde categorieën stoffen mogen niet samen in één (veiligheids)kast worden opgeslagen, tenzij deze voorzien is van aparte compartimenten. De meeste hoofdcategorieën gevaarlijke stoffen mogen wegens kans op gevaarlijke reacties niet in hetzelfde compartiment geplaatst worden.
Combinaties die wel zijn toegestaan:
- brandgevaarlijke stoffen met toxische stoffen
- zuren met bepaalde oxiderende stoffen.
Enkele voorbeelden van verboden gezamenlijke opslag in een compartiment zijn:
- zuren en logen
- zuren en chloriet- of hypochlorietoplossingen
- salpeterzuur bij mierezuur, azijnzuur of formaldehydeoplossingen
- oxiderende stoffen als HNO3, HClO4 bij brandbare organische stoffen
- zuren bij cyaniden
- zuren bij sulfiden