Omgaan met stoffen
Scholen beschikken over gevaarlijke stoffen. De bij practica gebruikte chemicaliën, maar ook schoonmaakmiddelen kunnen onder de definitie van gevaarlijke stoffen vallen. Verkeerde opslag van (een grote hoeveelheid) of verkeerd gebruik van gevaarlijke stoffen kan leiden tot veiligheidsrisico’s. (Gevaarlijke) stoffen dienen daarom te worden opgeslagen in speciale ruimten buiten het lokaal en bij voorkeur ook buiten het kabinet. In het lokaal mogen alleen de tijdens het practicum te gebruiken stoffen aanwezig zijn.
Gassen
Gassen zijn ook gevaarlijke stoffen. Voor de opslag van gassen is een specifieke norm opgesteld (opslag gevaarlijke stoffen en gasflessen).
Omgaan met gevaarlijke stoffen
Bij diverse vakken gebruiken werknemers en leerlingen gevaarlijke stoffen. Ondeskundig hanteren van deze stoffen kan leiden tot gezondheidsschade en veiligheidsrisico’s. Daarom zijn normen opgesteld voor het veilig omgaan met gevaarlijke stoffen (hanteren van gevaarlijke stoffen, etiketteren en omgaan met stoffen bij practica)
Werken met kankerverwekkende stoffen
Aan het werken met kankerverwekkende stoffen worden hoge eisen gesteld. Daarom is hiervoor een aparte norm opgesteld (kankerverwekkende stoffen)
Omgaan met radioactieve bronnen
Bij natuurkundepractica wordt soms met stoffen / bronnen gewerkt die radioactieve straling afgeven. Hiervoor zijn speciale voorzieningen nodig en er zijn eisen aan gebruik en training docenten / TOA’s (radioactieve bronnen).
Werken met biologische agentia
Bij biologiepractica wordt soms met biologische agentia of dierlijk materiaal gewerkt. Zowel voor het werken hiermee als voor het afval zijn specifieke normen opgesteld (biologische agentia)
Opmerking. De richtlijnen zijn gebaseerd op de normen uit de Arbocatalogus-VO