MENU

Stoffen tijdens practica

Minimumeisen

  • In het lokaal en kabinet is recente informatie beschikbaar over de risico's van de aanwezige stoffen chemicaliën en de  nemen maatregelen (bijv. etiket, wandkaart, chemiekaartenboek, info leverancier).
  • Leerlingen zijn op de hoogte van risico’s van stoffen/chemicaliën waarmee ze werken.
  • Het vrijkomen van schadelijke stoffen in het lokaal wordt voorkómen door de volgende basisregels (in de gegeven volgorde):
    • Schadelijke stoffen waar mogelijk te vermijden of te vervangen 
    • Als dit niet mogelijk is te werken met minimale hoeveelheden, in ieder geval onder t.g.g. 8 uur
    • Zoveel mogelijk gesloten apparatuur en opstellingen
    • Afzuiging (in een goed werkende zuurkast.
    • Algemene ruimteventilatie
  • De gebruikte gassen blijven beperkt tot:
    • stikstof
    • waterstof
    • zuurstof
    • kooldioxide
    • edelgassen
  • Voor reactieproducten die vrijkomen bij proeven geldt dat de risico’s van tevoren bekend moeten zijn en dat, ofwel afdoende maatregelen worden getroffen (zoals ventilatie en werken in de zuurkast) om de proeven veilig uit te voeren, ofwel van het uitvoeren van de proef wordt afgezien.
  • Gasflessen worden in verticale positie gebruikt en zijn met een beugel of ketting tegen omvallen geborgd (zie opslag gasflessen)
  • Als aan leerlingen chemicaliën(sets) worden verstrekt, voldoet dit aan de volgende eisen:
    • Er wordt niet meer verstrekt dan nodig is tijdens het practicum met een maximum van 100 cm3
    • Er wordt zoveel mogelijk met verdunde oplossingen gewerkt; als vaste stof nodig is, wordt dit in bv. een reageerbuis verstrekt. 
  • als er standaardsets zijn die voor meerdere practica worden gebruikt:
    • Er wordt met verdunde oplossingen gewerkt
    • Geen verpakkingen van meer dan 100 cm3 
    • Er wordt gewerkt met een beperkt aantal basischemicaliën (bv. ammonia, zoutzuur)
    • De sets worden bewaard in vloeistofdichte bakken (liefst van kunststof).
  • De opslag van gevaarlijke chemicaliën is volgens de voorschriften (zie opslag gevaarlijke stoffen)
  • De stoffen zijn op school – wettelijk - verboden: asbest, benzeen, tetra, chloroform, 1,1,2,2-tetrachloorethaan en pentachloorethaan.
  • Indien een practicumlokaal gebruikt wordt als theorielokaal wordt er extra aandacht gegeven aan een goede instructie t.a.v. de brandveiligheid en andere veiligheidsmaatregelen (in het bijzonder als het niet-vakdocenten betreft). Water, gas en elektra op de practicum- en demonstratietafels dienen te zijn afgesloten.                                                                                          

Wensen / tips

  • Een centrale ruimte voor de opslag van chemische stoffen wordt aanbevolen.
  • Inventariseer en registreer verbruik en voorraad. Op die manier is de voorraad af te stemmen op het verbruik en kunnen stoffen die lange tijd niet zijn gebruikt worden afgevoerd.
  • Informatie over aanwezige chemicaliën kan men vinden in de productinformatiebladen van de leverancier.

Afval

  • Filters, tissues en dergelijke worden in beginsel als chemisch afval behandeld. Alleen als er met onschadelijke stoffen (bijvoorbeeld water, alcohol, suikeroplossing) is gewerkt, is het ‘gewoon afval’.   
  • Kapot glaswerk wordt zo nodig schoongemaakt, verzameld in een aparte bak en afgevoerd als chemisch afval.
  • Afvalchemicaliën worden als volgt naar soort gescheiden:
    • Vaten voor waterige oplossingen met zware metalen
    • Vaten voor overige wateroplossingen
    • Vaten voor organische halogeenrijke oplosmiddelen
    • Vaten voor organische halogeenarme oplosmiddelen
  • Voor de afvoer van afval is een procedure opgesteld.
  • Het gemeentelijk depot of een erkende inzamelaar chemisch afval kan informatie geven over de wijze van het inzamelen van chemisch afval. Verpakkings- en stickermateriaal is daar eveneens verkrijgbaar.